In de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw was er in mij een soort onrust. Het Woord van God zou toch gedegen en duidelijk verkondigd moeten worden. Begin jaren ’90 opperde wijlen Deken Debets of diaken niet iets voor mij zou zijn. Dat kwam bij mij totaal niet aan. In de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw was er in mij een soort onrust. Het Woord van God zou toch gedegen en duidelijk verkondigd moeten worden. Begin jaren ’90 opperde wijlen Deken Debets of diaken niet iets voor mij zou zijn. Dat kwam bij mij totaal niet aan.
Eind jaren ’90 zei een priester tegen mij dat hij tijdens zijn retraite een beeld over mij had gehad. Dat ik diaken moest worden. Heel merkwaardig. Er waren nog wat dingen gebeurd en toen Mgr. Wiertz (wij woonden toen nog in Maastricht) mijn verhaal aanhoord had, concludeerde hij “een mooie zuivere roeping”. En zo ben ik eerst een jaar op Rolduc geweest voor de diakenopleiding die ik vervolgd heb aan het Sint Janscentrum in Den Bosch. Mgr. Hurkmans heeft mij samen met vier anderen in september 2002 tot diaken gewijd.
Ook al is de tijd naast je fulltime baan en een behoorlijk groot gezin beperkt, toch heb ik heel wat diaconaal werk kunnen doen. Je betrekt je gezin overigens bij de diverse werkzaamheden. De jongens zijn bijvoorbeeld ook acoliet tijdens het dopen. En verder is het een zegen dat mijn vrouw altijd voor honderd procent achter het diaken zijn staat. Mijn preken laat ik bijvoorbeeld altijd eerst horen aan mijn eigen vrouw.
Voor het maken van de preek lees je natuurlijk eerst het evangelie en de lezingen van de betreffende zondag. Je bidt en je leest de officiële kerkelijke uitleg over de lezingen (de boeken van Keulers). Want er mag geen verkeerde interpretatie van het Bijbelwoord zijn. Natuurlijk verwerk je je eigen ervaringen in de preek. En dan moet het ook nog in goede bewoordingen zijn. Want kerkgangers moeten tijdens de Eucharistie gevoed worden met het Woord van God. Daar gaat het om. Ik vind het een eer dat ik altijd het Woord van God mag verkondigen in mijn zending, zoals ik het tijdens mijn roepingsperiode voorgesteld had. Statistisch is dat toch paar honderd keer gebeurd.
En natuurlijk doe je de assistenties elke week in de Eucharistie en zing je het evangelie bij belangrijke gebeurtenissen. Verder heb ik nog een paar honderd kinderen gedoopt en in de vorige parochies waar ik diaken was heb ik enkele tientallen echtparen voorbereid op het huwelijk. Je maakt nu de ernstige terugval mee. Er zijn nauwelijks kerkelijke huwelijken. Ik heb enkele jaren met vier vaders een tienergroep geleid. Het geeft me veel vreugde dat één van die jongens inmiddels met de priesteropleiding bezig is.
En uiteraard geeft het mij veel vreugde dat al onze eigen jongens acoliet zijn, één doet maandelijks kosteren bij de Pools mis en verder houden ze zich aan de kerkelijke plichten. Ook houd ik een weblog bij en ik lever telkens een bijdrage voor het parochieblad in een column “Gezin in deze tijd”. Trots ben ik om als penningmeester en in de pastoraal betrokken te zijn bij de Stichting Katholieke Gezinsweekenden, waar elk jaar aan zo’n 30 gezinnen deelnemen. Er zijn pakweg 70 kinderen in alle leeftijdscategorieën bij. En het programma is zeer katholiek: van Eucharistie, Biecht en aanbidding tot sport en spel en ontmoeting! Aan zo’n weekend geef ik graag mijn bijdrage.
Ik heb ook in de retraite die ik onlangs mocht doen nagedacht over het sacrament van de wijdingen, waarvan het diaconaat de eerste graad is. Elke priester heeft nog steeds die graad. Het is de graad die de genade geeft om het Woord te verkondigen. Die het geloof aanwakkert. Die voorbereid op de Eucharistie die opgedragen wordt door priesters die die genade krijgen bij die tweede graad van de wijdingen. Maar zonder het Woord geen vruchtbare Eucharistie.
Via een hiërarchische weg komt een mens steeds dichter bij God. Het tweede Vaticaans Concilie heeft die eerste wijdingsgraad willen “verzelfstandigen” door de wijding van permanente diakens mogelijk te maken. Ikzelf verdien dan nog mijn eigen kost door een volledig andere baan als assistent accountant. Hoewel je dan precies weet wat er in de wereld leeft, met gezin en baan, is dat voor mijzelf nog niet geheel helder: een kerk die heel hard mensen nodig heeft en dan toch 40 uur per week je beste krachten wijden aan andere werkzaamheden. Behalve vreugde lijd je ten slotte ook aan de kerk. Ik denk dat er veel meer eenheid en fierheid bij de clerus mogelijk moet zijn en veel meer verkondiging via de media naar de mensen toe. Tenslotte zie ik dat niet alleen het huwelijk, maar alle gemeenschapsvorming op echt katholieke grondslag tegenwoordig erg moeilijk lijkt.
Ik heb nog weinig gezegd over de assistentie in de Eucharistie. Ik heb innerlijk het idee dat God mij “rond zijn altaar wil hebben”. In ieder geval doe ik de assistentie altijd heel serieus omdat met de Eucharistie de hoogste eer aan God gebracht wordt. Ik grijp die kans met beide handen aan om daar zo’n directe bijdrage aan te mogen leveren in de vorm van de assistentie van de diaken. Ik vind het geweldig (en een knipoog van de Voorzienigheid) dat ik zo kort voor het diakenjubileum voor een eerste keer de Tridentijnse Mis mocht assisteren. Daar zal ik binnenkort een artikel over schrijven.