Vanochtend alleen opgestaan. De jongens hebben vakantie. Ook mijn vrouw bleef liggen. Normaliter staat ze altijd op en ontbijten we samen. Maar nu is ze aan het bijkomen van een operatie aan haar pols. Ik maakte haar ontbijt en zette het vast klaar.
Vanochtend alleen opgestaan. De jongens hebben vakantie. Ook mijn vrouw bleef liggen. Normaliter staat ze altijd op en ontbijten we samen. Maar nu is ze aan het bijkomen van een operatie aan haar pols. Ik maakte haar ontbijt en zette het vast klaar.
De krant gelezen tijdens het eten en vervolgens naar mijn werk. Daar sprak ik een collega. “Voor mij was het erg stil vanochtend. Dat zal jij wel herkennen nu net al je kinderen het huis uit zijn.” Ze bevestigde dat.
De eerste dag na carnaval was het erg rustig op het werk. Nu waren wij zelfs nog even met zijn tweeën en raakten serieus aan de praat. Het gesprek kwam op gegeven moment bij het volgende uit. Ze geloofde wel een beetje in God, maar ze was bang voor de dood. Eigenlijk is die angst altijd op de achtergrond bij haar aanwezig geweest. En ze vond het vreselijk dat ze ouder werd en dingen moeilijker gingen.
Dat laatste bevestigde ik. Ik vind dat ook wel moeilijk. Maar de laatste jaren kon ik me toch wat beter overgeven aan Christus. Ik voel me bevoorrecht dat ik geloven mag. Veel inhoudelijke dingen over geloof komen niet aan bod in de pers. Maar het is gewoon zo dat ik zoek naar datgene wat Christus openbaart in zijn Woord en in mijn leven.
En het leven na de dood wat Hij belooft is het mooiste wat er is. Mooier dan je zelf kunt bedenken en mooier dan je wensen kunt. De hemel werd volgens mij bij de film die mijn vrouw en ik gisteravond gezien hadden – Les Miserables – wat uitgebeeld. Toen iemand stierf zag hij heel veel bekenden terug. Allen verwelkomden hem heel persoonlijk in hun midden.
Er is trouwens geen alternatief. Onontkoombaar sterf je. En dan kun je je maar het beste bewust zijn van wat er na de dood komt en daar in je leven hier rekening mee houden. Dat heeft mij altijd beziggehouden.
Vanavond zijn we met ons gezin naar de Eucharistie geweest. Daar kreeg je (en mocht ik als diaken geven) het askruisje. “Gedenk mens dat ge stof zijt en tot stof zult wederkeren”, zeg je bij het geven van het kruisje. Dat gedenken had ik deze dag gedaan.