In Communio (Augustus 2006, zie www.communio.nl) verscheen het volgende artikel over de theologie van het lichaam, door S. en L. van Aken, beiden werkzaam bij de dienst Huwelijk & Gezin van het bisdom Haarlem (www.hoeksteen.org) In Communio (Augustus 2006, zie www.communio.nl) verscheen het volgende artikel over de theologie van het lichaam, door S. en L. van Aken, beiden werkzaam bij de dienst Huwelijk & Gezin van het bisdom Haarlem (www.hoeksteen.org)
In onze huidige cultuur lijkt er, door de seksuele revolutie, geen taboe meer te bestaan op seksualiteit. Door onderwijs, media en wetenschap is er schijnbaar openheid ontstaan over een onderwerp dat ons allen aangaat. Maar als op een wat dieper niveau gekeken wordt, komt men niet verder dan wat we “objectiverende lichamelijkheid†zouden kunnen noemen. Het lichaam, met zijn seksuele functies, wordt gezien als iets dat ons eigendom is en waarover we beschikken. Deze benaderingswijze ligt geheel in de lijn van Descartes die het lichaam beschouwde als iets dat we als mens bezitten.
Tegelijkertijd zien we een steeds groter wordend probleem ontstaan op het gebied van relaties; mensen lijken zich steeds moeilijker langdurig te kunnen binden aan een ander. Er is veel pijn en verdriet door echtscheidingen, zowel aan de kant van de echtparen als bij de eventuele kinderen.
Behoefte aan een antwoord
In de Nederlandse en Belgische kerkprovincies, en meer algemeen in de westerse landen, is het na de encycliek Humanae vitae zeer stil geweest als het ging om zaken als seksualiteit en relaties. Enerzijds lag daar een ingewikkeld cultureel fenomeen aan ten grondslag (de nasleep van de seksuele revolutie). Anderzijds waren de theologische werken over huwelijk en menselijke relaties vooral gericht op de juridische implicaties bij uitzonderingsgevallen. Op het gebied van de seksuele moraal ontstond in de pastorale praktijk een houding waarin als laatste redmiddel naar het eigen geweten werd doorverwezen.
Er was en er is wezenlijk behoefte aan een sluitend werk dat antwoord geeft op oprechte vragen over seksualiteit en relaties. Een werk dat antwoord kan geven op diepe existentiële vragen, maar zich niet onttrekt aan de praktijk van alledag. En een dergelijk werk bestaat. Het heet de “Theologie van het lichaam†en is van de hand van Johannes Paulus II.
Een revolutionair werk
De “Theologie van het lichaam†kan echter niet beschouwd worden als één bepaalde theologische stroming. Daarvoor is het te fundamenteel. Het is eerder een “revolutionair†werk dat een antwoord kan geven op fundamentele existentiële vragen, maar daarnaast ook veel actuele vragen kan beantwoorden waar onze huidige cultuur op wacht.
Binnen de Kerk is het een werk dat slechts gedeeltelijk een weerslag heeft gehad op verschillende documenten, maar dat nog niet echt doorgedrongen is in de kerkelijke theologie. George Weigel, theoloog en biograaf van Johannes Paulus II, noemt deze theologie “één van de meest gedurfde van de katholieke theologie sinds tijdenâ€. Hij noemt het “een soort theologische tijdbom die zal afgaan met enorme consequenties. Als het doordringt tot de kerkelijke theologie, de bezinning en het religieuze onderricht zal het een enorme ontwikkeling van het denken op het gebied van zowat elk groot thema van het geloof veroorzakenâ€.
Lees verder het volledige artikel op: www.hoeksteen.org/index.php?id=44