Het gezin wordt ook wel ‘huiskerk’ genoemd omdat zij het gemeenschaps- en gezinskarakter van de Kerk laat zien en verwezenlijkt: een plaats van genade en gebed, een leerschool in de menselijke en christelijke deugden en de plaats van de eerste geloofsverkondiging naar de kinderen (zie ook www.rkdocumenten.nl/index.php?docid=1&id=1349 ).
Het huisgezin van Nazareth
In het Evangelie vinden we geen betogen over het gezin, maar een gebeurtenis die meer waard is dan welk woord dan ook: God heeft in een menselijk gezin willen geboren worden en opgroeien. Op deze wijze heeft Hij het geheiligd als eerste en gewone weg waarlangs Hij de mensheid ontmoet. In het leven dat Hij te Nazareth heeft geleefd, heeft Jezus de Maagd Maria geëerd en de rechtvaardige Jozef, door aan hun gezag onderdanig te blijven gedurende heel de tijd van zijn kinderjaren en adolescentie, heeft Hij de primaire waarde van het gezin in het licht gesteld bij de opvoeding van de menselijke persoon. (zie ook www.rkdocumenten.nl/index.php?docid=1619 )
Huisgenoten van God
Als wij Christus iedere dag vragen in ons gezin te wonen en het middelpunt van ons gezinsleven te zijn, dan kunnen wij een huiskerk vormen zoals het gezin in Nazareth. Dan worden wij feitelijk ‘huisgenoten van God’, zoals Paulus treffend uitdrukte: “Zo zijt gij dus geen vreemdelingen en ontheemden meer maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten terwijl de sluitsteen Christus Jezus zelf is, die het hele bouwerk in zijn voegen houdt” (Ef 2, 19-20).
Lees verder in Familiaris Consortio www.rkdocumenten.nl/index.php?docid=267&id=631