Het huwelijk is gericht op de toekomst, het blikt verder dan zichzelf. A. de Saint Exupéry vatte het wezen van de liefde ooit samen als: ‘Liefhebben is meer dan elkaar aankijken, het is gezamenlijk in dezelfde richting kijken’. De huwelijksliefde is dan ook niet in zichzelf gekeerd, zij wil zichzelf geven, vruchtbaar zijn. Jonge mensen die gaan trouwen doen dat niet alleen voor elkaar, zij verlangen er ook naar ooit kinderen te kunnen krijgen.
Deelname aan het geheim van het leven
God heeft de mens geschapen uit liefde en bestemd voor de liefde. Met de schepping van man en vrouw besluit God het werk van zijn schepping. Hij roept man en vrouw tot deelname aan zijn liefde en tegelijk: tot deelname aan zijn macht als Schepper en Vader. Door de geslachtsgemeenschap, het hoogtepunt van de liefde, de zelfgave van man en vrouw aan elkaar, worden zij medewerkers aan de liefde van God als Schepper. Zo is de liefde tussen man en vrouw een bijzondere deelname aan het geheim van het leven en de liefde van God zelf.
Een dienst aan het leven
Het gezin is dan ook: een dienst aan het leven. Dit betreft zowel de overdracht van het leven als de opvoeding van de kinderen. Omdat de ouders aan hun kinderen het leven hebben gegeven, hebben zij ook het oorspronkelijke en eerste recht hen op te voeden. Hoewel kinderopvang, school of andere instellingen een belangrijke rol spelen, zijn de ouders de eerste en voornaamste opvoeders van hun kinderen.
Andere wegen van dienstbaarheid
Wanneer gehuwden zelf geen kinderen kunnen krijgen, dan is dat een groot lijden. Vaak zien we dat het verlangen naar dienstbaarheid aan het leven dan op andere manieren vorm krijgt. In het liefdevol opnemen van kinderen die geen eigen thuis hebben, in klaarstaan voor gezinnen in de omgeving of de eigen familie, in dienstbaarheid aan ouderen, zieken, gehandicapten en andere hulpbehoevenden.
Lees verder in Familiaris Consortio www.rkdocumenten.nl/?docid=267&id=627