Deze week staat een interessante column in Katholiek Nieuwsblad door pater Elias over woede. “Vroeger op school, als we een leraar beter wilden leren kennen, was onze gangbare methode hem kwaad te maken. In woede zie je de ware mens…”
Deze week staat een interessante column in Katholiek Nieuwsblad door pater Elias over woede.
“Vroeger op school, als we een leraar beter wilden leren kennen, was onze gangbare methode hem kwaad te maken. In woede zie je de ware mens. Woede openbaart wat er werkelijk in de mens omgaat en wat hem echt diep raakt.
Woede doorbreekt het goed fatsoen, dat de omgang zo langdradig en ingewikkeld kan maken. In onze nationale folklore heeft de nuchterheid, waar we zo trots op zijn, helaas vaak iets dwangmatigs. Daardoor durven nogal wat volwassenen eigenlijk niet kwaad te worden. En als de stoppen dan een keer doorslaan, slaan ze zó op tilt, dat niemand meer weet waar het over gaat.
Er waren natuurlijk ook leraren op school, die alleen kwaad werden als het echt moest en die daarbij hun waardigheid niet verloren. Zij hadden een natuurlijk evenwicht en lieten niet met zich sollen. Wonderlijk is dat – woede zit in de kern van onze persoonlijkheid.
Wie niet kwaad kan worden wil niets, kan niets, wil niemand zijn. Maar woede moet je wel opvoeden, vormen, beheersbaar en doelgericht maken.
Mijn lieve ouders hadden bij de vorming van mijn woede twee verschillende, elkaar aanvullende benaderingen. Als kind beet ik me nogal eens vast in mijn woede en kon er niet op eigen kracht uit komen. Een pets op m'n zitvlak, toegediend door mijn vader, bracht dan uitkomst. Hij deed dat kalm en juist gedoseerd, en stond daarna altijd open voor een goed gesprek – waar ik meestal wijzer van werd. Hij had (en heeft nog) zo'n rust en kracht over zich die vertrouwen wekken.
Mijn moeder had een iets andere invalshoek. Als er met mij geen land te bezeilen was, mocht ik uit de kelder een kapotte theepot of een ander ongebruikt serviesstuk halen en het op de stenen keukenvloer aan diggelen smijten. O, dat schitterende bevrijdende kabaal! Het was het verplichte opruimen ruim waard.
Als ik er nu op terugkijk, erken ik dat ik zowel de billenkoek als de theepot nodig heb gehad. Want enerzijds is het noodzakelijk je grenzen te kennen en verantwoording af te leggen voor je gedrag. Maar anderzijds het is niet goed heftige gevoelens helemaal te verdringen. Ze betekenen iets. Juist in onze woede kunnen we ontdekken wat zelfverloochening voor een goede zaak is. Echte woede is bevrijdend, omdat ze verder kijkt dan het eigen gemak. Ze brengt dus altijd iets van vreugde met zich mee, en vreugde vier je met lawaai. Vandaar dus die oude theepot.
En ik geloof dat ik nog stééds een geheim deel met mijn ouders, omdat zij me geholpen hebben mijn woede te vormen. Zouden er veel andere ouders zijn die hetzelfde grote cadeau mee durven geven aan hun kinderen?”
Pater Elias