Dat het nu niet gemakkelijk is je kinderen gelovig op te voeden, is een geweldige open deur. Ik trap hem echter toch maar weer eens in, omdat die gemeenplaats bij nader inzien niet uit één deur bestaat, maar uit een heel rijtje deuren achter elkaar, waarvan de ene nog vaster op slot zit dan de andere. Het is echt moeilijk. Dat het nu niet gemakkelijk is je kinderen gelovig op te voeden, is een geweldige open deur. Ik trap hem echter toch maar weer eens in, omdat die gemeenplaats bij nader inzien niet uit één deur bestaat, maar uit een heel rijtje deuren achter elkaar, waarvan de ene nog vaster op slot zit dan de andere. Het is echt moeilijk.
Dan mogen mijn vrouw en ik nog niet echt klagen. Onze oudste twee kinderen zijn pas zeven en acht, dus het moment waarop de buitenwereld zich met geweld bij hen binnendringt, moet nog komen. Ik zou zeggen dat dit moment de puberteit is. Elke volwassene herinnert zich nog wel het complex van gene en valse schaamte dat zich dan van je meester maakt. Ook wil je je dan aansluiten bij de jeugdcultuur, vooral in kleding en muziek. Er begint een innerlijke strijd van enerzijds aanpassing aan de omgeving, anderzijds ontdekking van jezelf en waar je voor staat, of beter gezegd: voor blijkt te moeten staan. Want je vindt jezelf niet helemaal uit: je kunt bepaalde deugden en ondeugden, bepaalde voorkeuren en afkerigheden niet bij jezelf wegpoetsen. Je bent een ‘karakter’, een complex van goede en slechte eigenschappen, waar je mee aan de slag moet.
Een gelovige opvoeding moet er dus op gericht zijn het karakter van het kind zo te vormen en zoveel mee te geven dat het opgewassen is tegen de aanslag die de wereld spoedig op hem zal plegen. Misschien vinden sommigen dit woordgebruik te dramatisch. Ik denk echter dat gelovige opvoeding tegenwoordig heel vaak in een drama eindigt. We hoeven maar achterom te kijken. Van mijn eigen generatie (geboren rond 1960) zijn velen opgevoed op confessionele scholen. Gelovig zijn er nog maar heel weinig. Al valt me wel op, dat sommigen van hen, die net als ik nu rond de vijftig zijn, er met een zekere waardering daarover spreken. Hoewel niet echt gelovig, hebben ze nog altijd een religieuze identiteit, die ze alleen niet aan hun kinderen meer kunnen doorgeven. Zoals Roger Scruton, de Britse filosoof, tegen me zei: je kunt niet opvoeden op basis van tweedehands opvattingen, zelfs al vind je die waardevol.
Geloof is in eerste en laatste instantie een zaak van genade, en dus van Onze Lieve Heer. Het is echter ook duidelijk dat Hij aan de ouders daarin een hoofdrol heeft toebedeeld. Ten aanzien van onze eigen kinderen zijn wij om zo te zeggen zijn aardse linker- en rechterhand, om het kind op het juiste pad te geleiden. Dat betekent dat we dat liefdevol moeten doen, dat we eigen aard en de vrijheid van het kind uiteindelijk zullen respecteren, maar ook dat we, zonder in knevelend fanatisme te vervallen, een duidelijk lijn moeten uitzetten. Succes is niet gegarandeerd. Ook het eindresultaat (voor zover dat ooit voor ons te overzien is) zullen we in geloof moeten aanvaarden, ook als het teleurstellend is.
De school speelt in die duidelijke lijn een hoofdrol. Met de keuze van de school kun je het jezelf een stuk gemakkelijker of juist heel moeilijk maken. Als ik kijk naar de uitslag van de pol op de website, verbaast het me dat de keuze voor de stelling ‘Liever de katholieke school, ook als ze er weinig aan doen’ vrijwel even groot is als voor ‘Ja, maar het is het niet doorslaggevende criterium’, dat ik zelf heb gestemd. Het wijst erop dat bij veel van de katholieken nog altijd de zuilenmentaliteit heerst, die de katholieken in Nederland weliswaar ooit naar het ‘Rijke roomse leven’ heeft gevoerd, maar vervolgens ook grote schade heeft berokkend. Het maakt niet uit hoe slecht de school is, als het maar de juiste nestgeur heeft. Dat is geen verantwoordelijke houding voor je eigen kinderen.
‘Liever de protestants christelijke school; wordt meer met geloof gedaan’ had ik ook kunnen kiezen, als er gestaan zou hebben ‘mits die ook werkelijk meer met het geloof doet’. Je kunt daar immers niet zomaar vanuit gaan. Ook het protestants christelijke onderwijs is verwaterd, al heb ik de indruk dat het zich gemiddeld wat beter gehouden heeft dan die vele katholieke scholen, waaraan de bisschoppen al heel lang geleden het predicaat ‘katholiek’ hadden moeten ontnemen. Bovendien zijn er ook protestantse scholen, waar onder de oppervlakte en als het ware onbewust nog altijd een sterk antipapisme leeft. Dat moet je natuurlijk ook niet hebben.
Mijn vrouw en ik hebben er zelf ook voor gekozen onze kinderen naar een protestants-christelijke basisschool te brengen. Het is een school die al meer dan honderd jaar functioneert in het katholieke West-Brabant. Er zitten meer katholieken op dan protestanten en ook heel wat moslims. De enige eis die de school stelt is dat iedereen meedoet aan het godsdienstonderwijs, inclusief de islamitische kinderen. Dat godsdienstonderwijs concentreert zich op de bijbel. En daar komen we op een punt, waar we als katholieken nog veel kunnen leren. Juist nu de Kerk als instituut in onze samenleving zo ongelofelijk is verzwakt en doorgaat te verzwakken, is de bijbel de dobber die ons als gelovige drijvend kan houden. Voor de bijbel hoef je immers de deur niet uit, het is een boek dat je elke dag kunt openslaan. De bijbelse verhalen hebben een diepe vormende kracht, die de gelovige individualiteit van het kind tot ontwikkeling brengen. Werd Jezus zelf er niet door gevormd? Bovendien verbinden zij de ziel van het kind met het jodendom, hét grote sacramentele mysterie van de wereldgeschiedenis.
Natuurlijk zou een echte katholieke school onze eerste keus zijn. Zo’n school bestaat echter niet in Nederland. Als het godsdienstonderwijs niet goed is, kun je maar beter een protestantse school hebben, die nog wat aan zijn identiteit doet. Als dat ook niet te krijgen is, lijkt mij een goede openbare school verre te verkiezen boven een slappe katholieke hap. Je zult dan wel als ouders het ontbrekende godsdienstonderwijs moeten compenseren. Dat is geen sinecure. Maar dat is geloven in onze seculiere samenleving sowieso niet meer.
Henk Rijkers is redacteur Binnenland bij Katholiek Nieuwsblad en vader van drie kinderen.