Jezus heeft gezegd: “Laat de kinderen toch bij Mij komen.” Het is daarom eigenlijk triest dat er medegelovigen zijn die kleine kinderen in de kerk niet kunnen accepteren. Dat schrijft Bregje Loenen in haar column als reactie op de stelling op deze site: ‘In de kerk klaagt een mevrouw over mijn baby’. Geloof me, het klamme zweet brak me uit toen ik de stelling van de week las: ‘In de kerk klaagt een mevrouw over mijn baby’. Over dit onderwerp heb al eens heel wat boze brieven van lezers van Katholiek Nieuwsblad ontvangen.
Misschien hebben jullie van die voorbeeldig baby’s die als een roosje slapen zodra je op zondagochtend het kerkportaal instapt. En peuters die doodstil een uurlang Nijntje lezen. Mocht dat zo zijn, dan wil ik je van harte feliciteren en aanraden om vooral lekker verder te surfen op deze site!
Helaas ben ik niet gezegend met dit soort perfecte kinderen en ik denk velen van jullie ook niet…
Zo’n vier jaar geleden schreef ik eens een column voor Katholiek Nieuwsblad waarin ik meldde dat het prachtige meisje dat de hemel mij cadeau had gedaan me van het gebed af hield. Zo pleegde ze nog wel eens van het knielbankje te vallen. Twee weken achter elkaar was de lezersrubriek gevuld met bijdragen van boze brievenschrijvers die zich in alle kleuren van de regenboog ergerden aan dit soort schatjes in de kerk.
Tot op de dag van vandaag word ik nog aangesproken door jonge ouders die –eerlijk waar- gekwetst waren door deze openhartige brievenschrijvers. En eigenlijk is het natuurlijk heel triest dat er medegelovigen zijn die kleine kinderen in de kerk niet kunnen accepteren. Nu vind ik óók dat als een baby blijft huilen het verstandig is om het even buiten te troosten. Maar het punt is natuurlijk dat (kleine) kinderen tot op zekere hoogte altijd storen. Ze kunnen hun mondje nog niet houden en een uur lang stilzitten.
Zelf hebben wij nooit rechtstreeks negatieve reacties van medeparochianen gehad. Maar ik weet dat er heel wat jonge ouders zijn bij wie dit wel is gebeurd. Heel pijnlijk! Toch voelde ik me vaak opgelaten met de kinderen in de kerk. Bovendien waren we zelf vaak de hele mis lang grut aan het entertainen in de hoop dat ze zich koest zouden houden. Op een gegeven moment was de maat vol. Hele missen lang stonden Edwin en ik om de beurt in het voorportaal met onze jongste te kleumen. Toen zijn we op zoek gegaan naar een parochie met een crèche, een kinderwoorddienst en waar gezinsvieringen zijn. En die hebben we gevonden.
Nu zitten we elke zondagochtend een half uur in de auto om bij ‘onze kerk’ te komen, maar het is meer dan de moeite waard. We hebben onze kinderen gekregen voor een ontmoeting met hun Schepper. Dat begint niet na hun dood, maar juist vandaag. Jezus heeft toch niet voor niets (verontwaardigd!) gezegd: “Laat die kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen” (Marcus 10: 14). Dat is een zegen voor de kinderen, maar ook voor de kerk. Zij zijn degenen die het lampje brandend mogen houden in onze katholieke Kerk in Nederland. En dat mogen we iedereen met trots voor ogen houden!
Brechje Loenen, columnist KN en moeder van 3 kinderen
Klik hier voor de uitslag van de stelling