Het aantal vrouwen dat tussen 1995 en 2003 is overleden ten gevolge van ‘onveilige abortus’ is gedaald van 46 miljoen naar 42 miljoen dankzij betere beschikbaarheid van anticonceptie. Het aantal vrouwen dat tussen 1995 en 2003 is overleden ten gevolge van ‘onveilige abortus’ is gedaald van 46 miljoen naar 42 miljoen dankzij betere beschikbaarheid van anticonceptie.
Dat meldden het Alan Guttmacher Institute (AGI) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aan de vooravond van de VN-conferentie Women Deliver (‘Vrouwen baren/presteren’) die deze week in Londen wordt gehouden over moedersterfte, Millenniumdoel nummer 5.
Het Alan Guttmacher Instituut stelt dat het aantal abortussen het sterkst daalt in de landen waar abortus legaal en ‘dus’ veilig is. Als voorbeeld wordt Oost-Europa aangehaald. Vreemd, omdat onder het communisme abortus in de meeste Oostbloklanden legaal en gratis was.
Het Population Research Institute (PRI) bestrijdt de cijfers en de gevolgtrekkingen. De schattingen van zowel AGI als de WHO, maar ook van het VN-bevolkingsfonds UNFPA zijn absoluut oncontroleerbaar en een slag in de lucht, aldus PRI. Die gaan ervan uit dat in de Derde Wereld van elke honderd zwangere vrouwen er 29 tot 38 illegaal abortus laten plegen. Dat zou, want ‘onveilig’, jaarlijks 70.000 vrouwen het leven kosten.
Wetgevers worden ervan beschuldigd deze doden op hun geweten te hebben door abortus niet te legaliseren. In Colombia zouden dat er jaarlijks honderdduizenden zijn geweest, tot abortus er mei vorig jaar gelegaliseerd is. Sindsdien zijn er officieel zo’n vijftig geregistreerd, aldus PRI. Ook de Amerikaanse bisschoppenconferentie veegt de vloer aan met het rapport, dat is gepubliceerd in het medisch tijdschrift The Lancet.
Wie spreekt de waarheid?, vraag je je dan af. Het Alan Guttmacher Institute? Onverdacht is het niet, als ‘wetenschappelijk’ bureau van de International Planned Parenthood Federation (IPPF), de grootste ‘leverancier’ van abortus en anticonceptie ter wereld.
Het programma van de VN-conferentie ‘Women Deliver’ is veelzeggend: de focus ligt op beschikbaarheid van anticonceptie en abortus.
Naast IPPF nemen ook abortusorganisaties als Marie Stopes en Ipas deel. Ipas verstrekte een paar jaar geleden onder vluchtelingen vacuümpompjes om doe-het-zelf-abortussen te verrichten. Over ‘veilige’ abortus gesproken.
Doorslaggevend is de impliciete stelling dat de 600.000 vrouwen die jaarlijks sterven aan de gevolgen van zwangerschap nog zouden leven als zij anticonceptie hadden gebruikt. Want de grootste vrouwenkillers zijn zwangerschapsvergiftiging, stuitligging, bloedingen en andere complicaties, die met geschoold personeel en voldoende medische voorzieningen grotendeels verholpen kunnen worden. Maar daar gaat het nauwelijks over. Van de 98 sessies gaan er 35 over abortus en slechts twee over pasgeborenen.
Het gaat uiteindelijk helemaal niet om de gevaren die vrouwen bedreigen, maar om de ‘dreiging’ die uitgaat van nieuwe derdewereldburgers. (KN/JP)