Elke avond voor het slapengaan lezen we met onze dames uit een kinderbijbel of een boek over heiligen. Dat doen we met elk kind apart en op het eigen niveau. Zo lezen we met Denise van vier jaar de kleuterbijbel. Die vindt het verhaal van de Ark van Noach nog bloedstollend. Of het Evangelie waarin Jezus gevangen genomen wordt in de tuin van Gethsemane. Daar kan ze heel boos door worden: “Dat zijn heel stoute soldaten, hè mama?” Elke avond voor het slapengaan lezen we met onze dames uit een kinderbijbel of een boek over heiligen. Dat doen we met elk kind apart en op het eigen niveau. Zo lezen we met Denise van vier jaar de kleuterbijbel. Die vindt het verhaal van de Ark van Noach nog bloedstollend. Of het Evangelie waarin Jezus gevangen genomen wordt in de tuin van Gethsemane. Daar kan ze heel boos door worden: “Dat zijn heel stoute soldaten, hè mama?”
Met Cecile en Chiara hebben we de kinderbijbel al driemaal van kaft tot kaft gelezen en zijn we inmiddels overgestapt naar het boek 101 heiligen. De radicaliteit van elk van deze mensenlevens is heel inspirerend voor hen. Zo meldde Cecile van de week in de auto: “Mama, ik wil ook wel een heilige worden. Weet je wat ik ga doen? Ik ga álle huizen in onze stad af en geld inzamelen. En met dat geld ga ik een ziekenhuis bouwen in Afrika.” Dat soort dingen doen de heiligen uit ons boek namelijk. Op de een of andere manier hebben ze hun leven voor Jezus en voor anderen gegeven. De een door voor verweesde kinderen te zorgen, de ander door zieken van de straat te rapen of door trouw te blijven aan Christus, al kostte het hem letterlijk de kop.
Chiara vindt vooral het levensverhaal van de heilige Maximiliaan Kolbe bijzonder. Deze priester die gevangen zit in het concentratiekamp Auschwitz biedt zichzelf aan om de plek van een jonge vader in te nemen in de hongerbunker. Behalve dat de vader daarmee gered wordt, helpt Maximiliaan zijn negen mede ter dood veroordeelden hun hele hart op de hemel te richten: er klinken geen wanhoopskreten maar lofgezangen uit dit ‘graf' waarin ze levend begraven zijn. Overlevenden van Auschwitz hebben hiervan getuigd.
Chiara luistert bijna in extase, zo mooi vindt ze het. “Ik zou ook in plaats van die vader zijn gegaan, hoor mama!”, zegt ze spontaan. Heel aandoenlijk, zoals dat rechtstreeks uit haar zesjarig hartje komt. En zo praten we erover hoe zij zelf ‘heilig' kan worden, op een gewoon alledaagse Chiara-manier. “Je kunt bijvoorbeeld eerst Denise een snoepje laten kiezen uit de trommel”, noem ik als voorbeeld. “Of Cecile een aardbeitje geven van jouw plantje omdat dat van haar verlept is.” Chiara denkt er eens goed over na en zegt dan: “Cecile mag mijn hele aardbeienplantje wel hebben, hoor.” Zoveel groothartigheid, daar kan ik nog van leren. Met dank aan onze voorbeeldige broers en zussen in de hemel…