ZiekOnze vakantie begon zo mooi. Een prachtig huisje aan het Veluwemeer met uitzicht op bootjes die ik direct in geschilderde versie aan m’n muur thuis zou willen hebben. “Wow, wat een vet huisje!” riepen mijn kinderen in koor. “Mag ik nu mijn zwemkleding en snorkelset?” vroeg Denise die wist dat er een binnen- en een buitenzwembad op het terrein was. Voor een welgeslaagde vakantie heeft zij eigenlijk maar één wens: een zwembad. En als het effe kan ook een pretpark, dan is het feest helemaal compleet. Onze vakantie begon zo mooi. Een prachtig huisje aan het Veluwemeer met uitzicht op bootjes die ik direct in geschilderde versie aan m’n muur thuis zou willen hebben. “Wow, wat een vet huisje!” riepen mijn kinderen in koor. “Mag ik nu mijn zwemkleding en snorkelset?” vroeg Denise die wist dat er een binnen- en een buitenzwembad op het terrein was. Voor een welgeslaagde vakantie heeft zij eigenlijk maar één wens: een zwembad. En als het effe kan ook een pretpark, dan is het feest helemaal compleet.

Terwijl de dames dus gewapend met bikini’s en handdoeken vertrokken naar het zwembad, dekten Edwin en ik de bedden op en reden naar de plaatselijke supermarkt om proviand in te slaan, eten te koken voor ons kroost en dan ein-de-lijk met de benen hoog met een boekje in de zon. Vakantie!

ZiekMaar deze eerste-de-beste nacht ging het mis. Om twee uur ’s nachts dribbelde Denise zenuwachtig heen-en-weer tussen het toilet en haar kamertje. “Papa, ik ben zo misselijk….!” En ja hoor, daar kwam de heleboel eruit. Niet in enkelvoud maar in vijfvoud, steeds met tussenpozen van een minuut of tien. Alles zat onder: de vloerbedekking, het dekbedovertrek –waaronder ook dat van haar zusje Chiara- en het kind zelf.

Dus stonden wij de volgende ochtend na deze gebroken nacht te soppen, te wassen en te schrobben, terwijl Denise lamlendig over de bank hing. Optimistisch zochten we naar de oorzaak van dit alles. Ik wist het zeker: ze had gewoon vies zwembadwater binnengekregen met haar snorkel. Constant ‘hapt’ ze erin, stroomt het water erin, wat ze weliswaar weer uitproest als een dolfijn, maar toch. Kortom: als dit allemaal schoongemaakt is en het kind weer bovenjan, kan het feest alsnog beginnen.

Dat was ijdele hoop. 48 uur daarna ging eerst ik en daarna Edwin voor de bijl. Zo lagen wij dus ook beroerd en als een slappe dweil over de bank van ons vakantiehuisje. Denise had een kakelvers opgeduikeld buikgriepvirus meegenomen op vakantie. Geweldig. Ik krijg ze altijd via mijn kinderen die ze op niet-meer-na-te-trekken wijze ergens hebben opgelopen.

Ach ja, het huwelijk is ‘je leven geven’. Niet alleen aan die aanstaande, maar ook aan die schattige kindjes die je samen krijgt. In ‘goede en kwade dagen, bij nacht en ontij, met en zonder virussen, op vakantie en thuis’ en zo kan ik nog nog wel even doorgaan. En toch, ik had niet kunnen bedenken dat moeder-zijn me zo gelukkig zou maken. Hoewel ik moet bekennen dat ik er even aan twijfelde toen ik daar aan het Veluwemeer om drie uur ’s nachts boven die emmer hing…

Brechje