Wie doen de buitenbeentjes wat aan? De ouders die hun kind laten zwichten voor de terreur van de groep en het leren niet zichzelf te zijn, of de pestkoppen? Pesten is iets waarmee kinderen moeten leren omgaan. Op school en later in de maatschappij. Godsdienst is helemaal niet taboe in onze samenleving, dus daar hoef je je niet voor te verstoppen. Er zijn ook buitenbeentjes vanwege hun muziekkeuze, sportiviteit of kleding. Meestal worden godsdienstige kinderen gepest als ze ook op die andere terreinen niet meedoen. Ja, je moet niet in álles afwijken. En toch kan ook dat allemaal, als je een kind maar kunt helpen om weerbaar en zelfbewust te zijn. Want het mechanisme van pesten en buitenbeentjes is hetzelfde als een bliksemafleider. Vaak trekt het slachtoffer de pestkop aan als de bliksemafleider de bliksem. Pesters zien precies waar de zwakke plek van een kind zit. Lichaamstaal, houding, ze zien het: de angst, de onzekerheid. Niet voor niets dat buitenbeentjes vaak weinig opschieten met een vlucht naar een andere school. Daarom: als je kind als enige naar de kerk gaat, heb dan een houding van ‘so what?’ Een ander kind zit misschien als enige in de klas op kickboksen. Nou, daar blijven ze ook wel van af. Als je kind naar de kerk gaat, van klassieke muziek houdt, maar wel sportief, leuk gekleed en vooral zelfbewust is, kan het zo alternatief zijn als wat, maar zal het geen buitenbeentje zijn. En als het dat wel dreigt te worden, kun je haar beter op taekwondo doen om te leren een wat weerbare houding aan te nemen, dan haar weg te houden uit de kerk als ze daar met haar hart in gelooft. Want dan is dát het probleem helemaal niet.