OnschuldAlweer enkele weken wordt er in het Haagsche volop gediscusieerd over het verplicht stellen van voorlichting over seksuele diversiteit op scholen. Caroline Tax schreef er een opininiestuk over in het Nederlands Dagblad. Alweer enkele weken wordt er in het Haagsche volop gediscusieerd over het verplicht stellen van voorlichting over seksuele diversiteit op scholen. Caroline Tax schreef er een opininiestuk over in het Nederlands Dagblad.

OnschuldUiteraard staan linkse en liberale partijen te springen om hun woordje te doen over het verplicht stellen van voorlichting over seksuele diversiteit op scholen. Zij doen hun uiterste best om een eventueel succes op hun conto te krijgen. Het CDA lijkt na eerder haantjesgedrag op dit onderwerp van minister van Bijsterveldt nu toch twijfels te hebben bij het verplicht stellen van dit seksuele lespakket. En terecht. Heel wat argumenten voor en tegen werden reeds uitgewisseld, maar wat vooralsnog in de hele discussie otbreekt is het belang van vriendschap.

Wie kan het zich niet herinneren? Met de klas ben je buiten aan het voetballen. En net iets te vaak schiet jij als meisje de bal naar Pietje toe. De komende week lijkt er geen eind aan te komen: Marietje is op Pietje. Of Kees komt tussen de middag eten bij Jet. Binnen een mum van tijd weet de hele klas het: fuutfuuuuw.

De vraag wie er op wie is, lijkt al een interessante vraag voor kinderen, hoe jong ook. En dat niet alleen voor buitenstaanders, die geinteresseerd zijn in een nieuwtje. Ook voor jezelf, zij het misschien op iets oudere leeftijd. Wanneer je heel veel met juist die ene jongen optrekt, wanneer je altijd juist met hem naar huis loopt, en juist met hem kan lachen, dan stel je je op een dag de vraag: is dit vriendschap? Of is dit meer?

Zo’n vijftien jaar geleden zat ik in de tweede klas. Seksuele voorlichting in niet mis te verstane taal en na een aantal lessen wist je precies wat er in de wereld te koop was. Maar nu is het anders. Mijn broers en zussen die zo’n dertien jaar jonger zijn hebben ook seksuele voorlichting gehad. Maar dat was meer dan voorlichting. Dat was een aanmoediging om "jezelf te ontdekken en je voorkeuren te leren kennen". Met andere woorden: de twaalfjarige wordt aangemoedigd om zich de vraag te stellen of hij of zij 1) eventueel homo is, 2) of hij of zij in het goede lichaam geboren is en 3) of hij of zij misschien hetero is. Het kan allemaal, het mag allemaal en je moet ontdekken waar je je prettig bij voelt.

Daarmee is er een nieuwe vraag terecht gekomen in het hoofd van de jonge puber. Niet meer kijkt het pubermeisje af en toe verwachtingsvol om zich heen of haar prins op het witte paard al aan komt galopperen. Nee, ze moet zich eerst maar eens uitgebreid afvragen door nadenken, inbeelden en het liefst uitproberen of ze niet liever een prinses wil, of misschien zelfs liever zelf een prins wil zijn.

Daar zit je dan, twaalf jaar, naast je beste vriendin. Je kent haar al een paar jaar, fietst samen naar school, kan samen met haar lachen en heel goed praten over alles wat je bezighoudt. En je houdt alletwee van paardrijden. Zou je dan misschien lesbisch zijn? Opeens komt er een vraag in de vriendschap, die daar helemaal niet thuishoort en die de mooie vriendschapsband onder druk zet. En reken maar dat er met de nieuwe lessen over seksuele diversiteit, die het eenzijdige liberale Nederland verplicht wil stellen, over gepraat zal worden. "Marietje zit naast Jet, vorig jaar ook al. Fuutfuuuuw.“ Maar Marietje wil gewoon een hartsvriendin. En Jet ook. Maar… kan dat wel? Misschien moeten ze maar wat minder met elkaar optrekken…

Het is heel terecht dat Sybrand van Haersma Buma zijn twijfels over de verplichte opgelegde seksuele diversiteit in twijfel trekt. De partij die zou moeten opkomen voor de vrijheid van godsdienst doet dat nu. De partij die altijd heeft benadrukt dat mensen pas echt mens worden in relatie tot elkaar, lijkt nu te zien dat de seksualisering van onze samenleving iets kapot maakt, wat juist zo belangrijk is om de samenleving 'samen' vorm te geven: vriendschap. Het is te hopen dat het CDA de komende weken weer laat zien, wat de partij ten diepste is: de gezinspartij, die gelooft in mensen en strijdt voor de vrijheid van onderwijs en godsdienst.

Het artikel is verschenen in het Nederlands Dagblad van 29 augustus 2012 en overgenomen met goedkeuring van de auteur.