Gezinsnetwerk, Nieuwkuijk, 8 september 2007

Een korte introductie van pater Amedeo.
Pater Amedeo is als priester en religieus al heel lang betrokken bij het werk voor de gezinnen. Hij is Franciscaan, lid van de Focolarebeweging en al vele jaren verbonden met het Centrum van Nieuwe Gezinnen in Rome. Hij is psycholoog, moraaltheoloog en expert op het gebied van het gezin. Hij heeft veel contacten met gezinnen in heel de wereld. Hij spreekt op veel bijeenkomsten in het Centrum over het sacrament van het huwelijk, en we zijn blij dat hij hier bij ons is.

Inleiding 1 ochtend

Ik zou willen beginnen met jullie te bedanken voor jullie uitnodiging voor deze bijeenkomst. Ik had niet gedacht dat ik tot zo’n gekwalificeerd gezelschap zou moeten spreken en was onder de indruk van hetgeen ik vanmorgen heb gehoord in de presentatie van jullie activiteiten. Hoeveel leven, hoeveel vitaliteit en hoeveel moed ook! Toen ik hoorde dat jullie bij elkaar zouden komen om te spreken over de werkelijkheid van het gezin, en vooral ook vanwege het feit dat jullie de verantwoordelijkheid voelen voor de toekomst van het gezin, was ik aan de ene kant verrast en aan de andere kant vol bewondering. Verrast was ik vanwege jullie moed. Want als je kijkt naar de situatie van het gezin in de wereld en dan weet dat er echtparen zijn die bereid zijn zichzelf in te zetten en hun handen vuil te maken om het gezin zijn roeping en eigen identiteit weer te laten terugvinden, leek me dat een wonder.

0. Inleiding: de situatie van het gezin in de wereld

Zoals we allemaal weten is de situatie van het gezin in de wereld van vandaag een uitdaging waarvoor we staan als kerk en als maatschappij. Want het gezin wordt vandaag bedreigd in wat daarvoor essentieel is: de liefde onder elkaar. We kennen de situatie van het gezin. Ik geef alleen maar enkele punten weer om ons bewust te laten zijn van waar we staan. We leven in een cultuur die individualistisch georiënteerd is. Men denkt meer aan zichzelf dan aan de gemeenschap met de anderen. We worden voortdurend gestimuleerd om te consumeren. We hebben de wens onszelf te bevestigen, onze eigen rechten te verdedigen ten koste van de rechten van de anderen. Liefde wordt vaak gereduceerd tot sentimenten en gevoelens. Geslachtelijkheid wordt gescheiden van de liefde en van de vruchtbaarheid. En deze dreigt daarmee tot een afgod, tot een idool te worden. De rollen binnen het gezin worden sociaal niet meer erkend. Het lijkt alsof de band van het huwelijk een bedreiging vormt voor de eigen verwezenlijking, conflicten en verschillen worden hooggespeeld. Als we kijken naar deze situatie dan is het voor nieuwe gezinnen die zich willen vormen, moeilijk om de moed te krijgen zichzelf daarvoor in te zetten, en de eigen verantwoordelijkheid te nemen die gevraagd wordt door de huwelijksliefde. Daarom kiest men ervoor te gaan samenwonen, een tijdelijke ervaring op te doen zonder eigen verantwoordelijkheid.

Uit de ervaring die we hebben opgedaan met de gezinnen, weten we dat er twee dingen noodzakelijk zijn voor wie de wil heeft om de verantwoordelijkheid te nemen voor het gezin en zijn eigen roeping terug te vinden voor de toekomst. Deze twee dingen zijn:

  1. Een nieuw licht vinden van binnenuit;
  2. Een gezinsspiritualiteit.

Een nieuw licht van binnenuit

Ten eerste: we moeten een nieuw licht vinden dat anders is dan wat de cultuur en de maatschappij ons nu voorstellen. Wat de maatschappij ons presenteert is een kunstmatig licht dat alleen naar de buitenkant kijkt. We hebben een licht nodig dat naar de binnenkant kijkt. Ik wil een ervaring noemen die ik van de zomer heb opgedaan met een vriend van mij die natuurwetenschap studeerde aan de Sorbonne in Parijs. Hij wist alles van fysica en chemie. We gingen een wandeling maken, en hij liep voorop en ik achter hem. Af en toe pakte hij een steen op en riep naar mij: “Amedeo, kom eens kijken”. En dan ging hij mij vertellen over de geschiedenis van die steen, over de mineralen waaruit die steen bestond, de tijd waaruit hij voortkwam. En ik keek naar die steen en ik keek naar hem, maar ik zag niks. En na twee kilometer riep hij weer: “Amedeo, kom eens kijken”, en zo ging dat de hele morgen door. Toen ik weer thuisgekomen was, dacht ik bij mezelf: “Hoe kan dat nou, hij ziet zoveel dingen en ik zie niets”. Maar toen heb ik iets begrepen: hij had een licht dat hielp de dingen van binnenuit te bekijken. Ik zag alleen de buitenkant en die buitenkant zei me niets. En zo is het ook met het gezin. Van een gezin is het ook niet voldoende dat we alleen de buitenkant bekijken: het werk, de juridische aspecten, enzovoorts. We hebben een licht nodig dat ons helpt de dingen van binnenuit te bezien.

Een gezinsspiritualiteit

Ten tweede hebben we behoefte aan een gezinsspiritualiteit, die ons kan helpen datgene te realiseren wat we gezien hebben. Wij christenen geloven vaak wel in alle christelijke waarden, maar we slagen er niet in ze om te zetten in een levenservaring. Er is een kloof tussen onze overtuigingen en de concrete ervaringen die we beleven. We hebben een spiritualiteit nodig die ons in staat stelt te incarneren, mens te worden. En over deze twee punten willen we het vandaag hebben.

1. Een nieuw licht van binnenuit

Een trinitaire visie

Het Tweede Vaticaans Concilie heeft ten aanzien van het gezin een geweldige ommezwaai gemaakt op alle niveaus, op antropologisch, moreel en theologisch niveau. Het concilie is begonnen het gezin te bezien in het perspectief van de Drieëenheid. God is liefde, is Drieëenheid. Hij heeft de mensheid en het universum geschapen. Zijn schepping moest dan ook wel een spoor, een afdruk dragen van de Drieëenheid. Alles op aarde is in een relatie van liefde met alles, ieder ding met ieder ding. De schepping is Drieëenheid. Maar ook de mensheid is geschapen naar dit archetype,  naar dit oermodel van de Drieëenheid. “Alles is verliefd in mij en alles is verliefd buiten mij. Ik heb gezien dat ik ben geschapen als een gave voor alles om mij, en dat alles is geschapen als een gave voor mij”, zei Chiara Lubich, de stichteres van het Focolare, in een meditatie. Maar ook de kerk is ingericht volgens het model van de Drieëenheid. Jullie weten wat het concilie heeft gezegd. De kerk is een gemeenschap naar het model van de Drieëenheid. En het leek ons dat de Heer onze ogen geopend heeft voor het Rijk van God dat onder ons is. De Drieëenheid is in mij, in een cel: “zodat allen mogen zijn zoals Gij in mij”. De visie op de kerk is veranderd. Het is niet meer een pyramide, maar een volk dat verenigd is in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Het is een andere werkelijkheid waarin we de kerk nu moeten zien. In dit project dat God heeft ontworpen, moeten we drie dingen naar voren halen:

  1. De universele roeping van de mens tot de liefde;
  2. De dimensie van de seksualiteit;
  3. De roeping tot het huwelijk en de kenmerken van de huwelijksliefde.

1.1. De roeping tot de liefde

God heeft in de schepping van man en vrouw de roeping tot de liefde ingeprent, de roeping tot gemeenschap. Deze liefde omvat ook het menselijk lichaam, want het lichaam heeft werkelijk deel aan die geestelijke liefde. De roeping tot de liefde is niet beperkt tot de mensen die gaan trouwen, maar strekt zich uit tot alle mannen en alle vrouwen. Het is heel mooi om te zien dat de moderne wetenschap, de antropologie en de psychologie, dit ook bevestigt. De antropologie bevestigt dat de liefde de kracht is die de mens aanzet om zich te ontwikkelen als persoon. In de liefde ontwikkelt de mens zich. Want iedere mens, wie dan ook, ook al gelooft hij niet, is zich ervan bewust dat het leven een gave is die hij heeft ontvangen. Dat hij niets heeft gedaan om die te krijgen. Maar hoe kan een gave zich realiseren, anders dan door zich te geven? En daarom zegt de psychologie dat een persoon pas dan rijp is geworden, wanneer hij in staat is zichzelf te geven. En dit kan ik zeggen tegen iedereen, ook tegen degenen die niet gelovig zijn. Paus Johannes Paulus II schrijft: “De mens kan niet leven zonder de liefde. Hij blijft in zichzelf een onbegrepen en zinloos wezen zolang hij de liefde niet ontmoet, de liefde niet kan ervaren”. Ik denk dat het grootste geschenk dat wij aan een menselijk wezen kunnen geven, is: hem te laten ontdekken dat hij een gave is, dat hij liefde is. 

Maar over welke liefde hebben we het hier? We kennen allemaal de nieuwe encycliek van Paus Benedictus XVI, ‘Deus Caritas Est’, die drie aspecten van de liefde onderscheidt: de eros, de filia en de agape. Deze aspecten zijn niet gescheiden van elkaar, we beleven ze geïntegreerd. En het is de agape, de liefde die Jezus op aarde heeft gebracht, die licht geeft, zin en betekenis, aan de twee andere aspecten, de eros en de filia. Hij vernietigt ze niet, sluit ze niet uit, straft ze niet af, maar integreert ze, neemt ze in zich op en vergoddelijkt ze. En dat brengt de liefde dan tot de wederzijdse gave van zichzelf. Alle mensen, mannen en vrouwen, hebben deze roeping tot de liefde ontvangen. Wie deze roeping tot de liefde niet ontdekt, kan –  ook al heeft hij de roeping tot het huwelijk – dit huwelijk niet werkelijk realiseren. En ook al wordt hij priester, wanneer hij deze roeping tot de liefde niet leeft, realiseert hij zich niet als priester. Paus Johannes Paulus II zegt dat er twee manieren zijn om de roeping tot de liefde te realiseren, namelijk de maagdelijkheid en het huwelijk. Deze zelfde roeping kan dus op aarde geleefd worden op twee verschillende manieren. Vandaag spreken we maar over één van de twee, namelijk het huwelijk.

1.2. De dimensie van de seksualiteit

Hoe beleeft een menselijk wezen deze roeping: een gave te zijn van zichzelf? Door de dimensie van de seksualiteit. En hier is een revolutie nodig, een bekering. Want in dit woord, ‘seksualiteit’, heeft de maatschappij heel veel gestopt. Ik herinner me dat ik een keer samen was met een groep jongeren en we spraken over de gave van de seksualiteit. Toen hebben we samen uit dit woord alles weggehaald wat er niet in thuis hoort. Want seksualiteit is niet erotisme, of allerlei andere dingen, en toen zeiden die jongeren: “Maar Amedeo, als het dat allemaal niet is, wat is het dan eigenlijk wel?” We moeten de moed hebben te ontdekken wat werkelijk de dimensie is van de seksualiteit. Die dimensie omvat de hele persoon en heeft ook betrekking op de verschillen die er zijn tussen man en vrouw. Man en vrouw zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk. Ze zijn verschillend op alle niveaus. Ik geef enkele voorbeelden.
De manier van denken die de man gebruikt om problemen op te lossen, is verschillend van de manier waarop een vrouw dingen benadert en problemen oplost. Dat ervaren we dagelijks. Dat verschil in denken heet ook seksualiteit. De manier waarop een man bemint en zijn gevoelens tot uitdrukking brengt, is anders dan die van de vrouw. En dit verschil op affectief niveau heet ook seksualiteit. Maar ook in diepere, spirituele zin is de manier waarop de vrouw haar waarden en geloof beleeft anders dan de manier waarop de man dat doet. En ook deze verschillen op het terrein van de spiritualiteit heten seksualiteit. En zo zouden we nog door kunnen gaan. De seksualiteit is de dimensie van de relatie van man en vrouw. Zij rijpen en groeien, zij realiseren zichzelf en zijn een gave voor elkaar in de mate waarin zij de verschillen tot een gave weten te maken. Die verschillen zijn dus niet een hindernis voor de eigen realisering, maar een motief om zich ten volle te realiseren als persoon.
We moeten niet alleen leren om een gave te zijn en te geven, we moeten ook leren om de gave van de ander te aanvaarden als geschenk. Heel vaak wordt er in een gezin gezegd: “Ik ben nu eenmaal zo.” Maar dat is geen gave, dat is het benadrukken van je eigen ik. Een gave wordt geschonken, en de ander is vrij om deze gave aan te nemen. We moeten dus niet alleen leren om een gave te schenken, maar ook wat nog moeilijker is: de gave van de ander aan te nemen als geschenk. 
Ook op lichamelijk niveau is een man anders dan een vrouw, deze verschillen noemen we geslachtelijkheid. We moeten ervoor waken het niveau van de seksualiteit te verwisselen met geslachtelijkheid. Dat is voor de jongeren het grootste probleem in het juist verstaan van de dimensie van de seksualiteit.

1.3. De roeping tot het huwelijk en de kenmerken van de huwelijksliefde

We spreken nu over de roeping tot het huwelijk. Het gezin is geroepen tot een trinitaire liefde. Toen men aan Jezus vroeg of het geoorloofd is een huwelijk te ontbinden, zei Hij: ”In het begin was dat niet zo”. Want Jezus is gekomen om ook de werkelijkheid van het huwelijk terug te brengen tot de bedoeling die het oorspronkelijk had. Wat God heeft verbonden, dat mag de mens niet scheiden. Weten jullie wanneer het eerste huwelijk werd gevierd? Dat was meteen na de schepping. Er waren geen ceremonies en geen liturgie, het was het meest sterke, natuurlijke huwelijk dat door God zelf werd ingewijd. Ook al zijn alle mannen en vrouwen bestemd voor het huwelijk, om een huwelijk echt te laten zijn, is een roeping nodig. We trouwen niet zomaar toevallig, omdat we de behoefte hebben bemind te worden of omdat we anders eenzaam zouden zijn. Zo’n huwelijk zou zeker mislukken. Het huwelijk wordt gerealiseerd door iemand die zich geroepen weet de kenmerken te beleven van de huwelijksliefde. Vanmiddag zullen we nagaan wat deze kenmerken zijn.

Inleiding 2 middag

Als ik eerst al zo mijn bedenkingen had of er onder de gezinnen een revolutie zou kunnen ontstaan, dan zeg ik nu, nadat ik jullie presentaties heb beluisterd: de revolutie is al begonnen. Want bij het beluisteren van al deze verschillende werkelijkheden, nuances en aspecten van het leven van het gezin, kan het misschien lijken alsof dit maar een druppel is. Maar Moeder Teresa van Calcutta heeft eens gezegd: “Wat ik doe is een druppel in de oceaan, maar als dit druppeltje er niet zou zijn, dan was er ook geen oceaan”.
We gaan nu verder met onze inleiding. Vanmorgen hebben we het mozaïek gezien dat de ware Kunstenaar heeft gemaakt. Binnen dit mozaïek hebben we het plan van God met de persoon gezien. Af en toe gebeurt het in het werk met de gezinnen dat het persoonlijke aspect wordt verwaarloosd. Maar we moeten niet vergeten dat het huwelijk bestaat uit twee personen. Wanneer die twee personen om wie het gaat, niet zelf rechtop weten te staan, maar tegen elkaar aanleunen, dan kan er geen brug geslagen worden. Om een brug te bouwen, moeten de twee pijlers rechtop staan. De twee personen in een huwelijk moeten dus ieder rechtop staan, hun eigen roeping hebben, zelf een persoon zijn. We hebben gezien dat er een roeping bestaat tot het huwelijk en dat de weg tot de realisering van deze roeping de menselijke seksualiteit is. De seksualiteit zoals die door God bedacht is en niet zoals de mensen die hebben geïnterpreteerd. Binnen de roeping tot de liefde is er de roeping tot het huwelijk, en we willen nu vervolgen met de kenmerken van de huwelijksliefde.

In verloofdencursussen wordt vaak onderstreept dat het nodig is om de roeping tot huwelijk te voelen, om een huwelijk te kunnen realiseren, zowel in menselijk als in christelijk opzicht. Maar wat betekent deze roeping? Dat betekent dat je jezelf aangetrokken voelt om de kenmerken te realiseren van een bepaald soort liefde. Hier op aarde doen we de ervaring op van vele vormen van liefde. De liefde van de vader en moeder, de liefde tussen kinderen, broers en zussen, vriendschappen. En onder al deze vormen van liefde, die elk hun eigen kenmerken en typische manifestaties naar buiten toe hebben, is er ook de huwelijksliefde. De huwelijksliefde heeft ook zijn eigen kenmerken, die niet verward mogen worden met andere vormen van liefde.

De kenmerken van de huwelijksliefde zouden een onderwerp moeten zijn van verloofdencursussen of van huwelijksvoorbereiding, om te zien of de stellen ook werkelijk deze roeping tot het huwelijk hebben. Deze kenmerken worden niet opgelegd of gedicteerd van buitenaf. Ook niet door de kerk. Het is de huwelijksliefde zelf, die zo gemaakt is. Dit zijn de kenmerken:

  1. Wederzijds. Het is niet de liefde van iemand die liefde heeft voor en andere persoon. De wederzijdsheid is een absolute voorwaarde voor de huwelijksliefde.
  2. Totaal. De huwelijksliefde is een liefde die de hele persoon omvat: gedachten, genegenheden, fantasie, lichaam. Het is niet alleen een spirituele liefde, het is een liefde die de hele persoon omvat. Heel vaak gebeurt het dat mensen die gaan trouwen, een bepaald aspect in de ander beminnen en andere aspecten willen uitsluiten. Maar dat is niet mogelijk in de huwelijksliefde, want die vereist de totale persoon.
  3. Exclusief. Dat betekent dat anderen worden uitgesloten. Dat is alleen maar mogelijk met één enkele persoon. Andere mogelijkheden worden uitgesloten.
  4. Trouw. Het is niet de kerk die dat zegt; de huwelijksliefde zelf heeft deze trouw voor altijd nodig om totaal en compleet te zijn en steeds te kunnen groeien. En niet voor drie of vijf maanden en dan zien hoe het loopt. Dat is misschien wel een vorm van liefde, maar het is niet de huwelijksliefde.
  5. Open voor het leven. De huwelijksliefde staat van nature open voor het leven, net zoals een boom zijn volle wasdom bereikt door vruchten te geven. Zo is ook de huwelijksliefde gemaakt om vruchten te dragen. En ook hier is het niet de kerk die zegt dat de boom vruchten moet dragen, maar de huwelijksliefde zelf die dit zegt.
  6. De huwelijksliefde is een liefde die in sociaal opzicht, in de gemeenschap, moet worden bekrachtigd. Het is geen privé-aanlegenheid van twee personen die zich terugtrekken in de bergen om samen verder te gaan.
  7. Open voor het absolute. Dit omdat deze kwaliteit van de liefde voor iedereen geldt, ook voor degenen die zeggen ongelovig te zijn, atheïst of van een andere godsdienst. De huwelijksliefde is zo gemaakt, ze is een druppel die gericht is op de oceaan Ze is een alles omvattende liefde.

En als dit de huwelijksliefde is, dan is het onze roeping om die ook zo te beleven. Wanneer iemand geroepen is tot de huwelijksliefde, dan is hij ook geroepen al deze kenmerken zo te leven, en dat is dan ook een teken van deze roeping. De huwelijksliefde wordt bekrachtigd door een verbond, een pact dat op de dag van het huwelijk officieel wordt gesloten, en door God wordt gewijd wanneer twee christenen trouwen. Maar hoe dan ook, ook voor degenen die het huwelijk alleen voor de wet sluiten is het een fundamentele menselijke waarde. En dat is al een stap in verantwoordelijkheid die men doet als men alleen voor de gemeente verklaart dat men samen verder wil gaan. Paus Paulus VI heeft verklaard dat deze stap haar wortels vindt in de schepping. En voor wie het huwelijk als gelovige christenen meemaakt, is er ook nog een genade meer, de genade van het sacrament. Ik ben ervan overtuigd dat als alle christenen die gaan trouwen zich bewust zijn van de genade die men ontvangt op de huwelijksdag, dan de problemen van de gezinnen opgelost zouden zijn. Men weet niet meer wat deze genade inhoudt en men vindt niet de weg om die te beleven, om de genade in leven om te zetten.

Werkend in de Raad voor het Gezin heb ik bij ontzettend veel echtparen de gelegenheid gehad om te zeggen, vooral na 5-7 jaar huwelijk, na momenten van crisis: wat heb je toen op die dag gezegd? Ja jij. “Ik neem je aan als mijn bruid/bruidegom, en beloof je trouw te blijven, in goede en kwade dagen”. Heb ik dat gezegd? Ja, dat heb je zelfs gezworen. En dit moment van crisis, dit moment van moeilijkheden was al van tevoren in je trouwbelofte betrokken, in de verklaring die je toen hebt afgelegd. En je kunt die nu niet ontvluchten.

Op een bepaald moment zijn twee pas getrouwden naar mij toegekomen Ik had getuige moeten zijn bij dat huwelijk, maar had dat niet gered. Daarom zijn zij mij naderhand komen opzoeken. En ik denk dat het ook zo is in Nederland – het eerste dat pas getrouwden laten zien is hun fotoalbum. Het was een prachtig album. Ik bladerde er samen met hen doorheen, en zij lieten mij de mooie foto’s zien, grote foto’s met bloemen in de kerk, fantastisch. Toen ik aan het einde van het album kwam, zei ik: wat een mooi en schitterend album, maar het meest essentiële ontbreekt. Het is die liefdesverklaring, de trouwbelofte, die door de lens van een fotocamera niet kan worden vastgelegd. Dat is een vierde dimensie, en een foto heeft maar twee dimensies. En zo is het ook. Als iemand van jullie een cursus voor verloofden geeft, dan moeten jullie eraan denken dat de jongeren deze diepe werkelijkheden opnieuw moeten ontdekken. En je moet niet bang zijn het ze te zeggen.

En wat is de uitwerking van de trouwbelofte? Daar wordt vaak te weinig over nagedacht. Wanneer twee mensen in alle vrijheid dit verbond van wederzijdse liefde met elkaar uitspreken om het leven te geven voor elkaar, dat ontstaat er iets nieuws. Een week geleden heb ik nog een huwelijk meegemaakt en ik heb toen tegen iedereen gezegd: er zijn twee personen de kerk ingegaan en ze zijn als één persoon weer naar buiten gegaan, een ‘wij’, een nieuwe cel van de mensheid, een koppel. En dat is niet ‘ik plus ik’, het is een ‘wij’. Eén enkel vlees. Maar er kan geen één vlees bestaan met twee hoofden, twee harten, twee gevoelens. Om één vlees te zijn moeten we één hart, één ziel, één gedachte zijn. Jullie begrijpen dat er veel voor nodig is om zover te komen. Dat is de betekenis van de verlovingstijd, de twee voor te bereiden zodat de verklaring die ze gaan afleggen, geen valse verklaring is die ze niet kunnen realiseren. Dat ze niet meer zeggen ‘ik plus ik’. Ze zijn een ‘wij’.

2. Een nieuwe gezinsspiritualiteit

Nu komen we tot het punt: hoe is dit alles mogelijk? Is het mogelijk om dit alles te realiseren wat we tot nu toe gezegd hebben, of blijft het een mooi ideaal in de lucht, een utopie? Nee, het is mogelijk. Maar er is één voorwaarde. Dat men een spiritualiteit vindt om samen te leven.

Een van de meest lastige vragen die mij gesteld wordt op een verloofdencursus is de volgende: hoe is het mogelijk dat degenen die trouwen voor de kerk en dus geloven in het sacrament, toch uit elkaar gaan en gaan scheiden? Hoe leg je dat uit? En hier is misschien een nieuwe stap nodig, om te realiseren wat we geloven. Het is nodig een spiritualiteit te vinden die helpt te beleven wat we geloven.

Voor een gezin kan dit geen individuele spiritualiteit zijn. Want vanuit de aard van de zaak is er een spiritualiteit van gemeenschap nodig. Dat vereist het gezin zelf. Paus Johannes Paulus II zei in zijn brief ‘Novo Millennio Ineunte’ (op de drempel van het nieuwe millennium): “Staande tegenover de uitdagingen van de wereld van vandaag moet de kerk van het derde millennium niet meer uitgaan van pastorale programma’s, van gezinsprogramma’s of liturgische en catechetische programma’s of van culturele activiteiten, maar moet ze uitgaan van één persoon, van Jezus. Dit heeft de Paus gezegd tegen de hele kerk: tegen de bisschoppen, priesters, religieuzen, godgewijden, gezinnen, tegen iedereen. De paus zegt: het programma van het derde millennium is er al. En dat is: Jezus te volgen in Zijn woord. Hij is aanwezig in Zijn woord vandaag, niet 2000 jaar geleden. Want wanneer Jezus verrezen is, dan is Hij levend, niet dood. De paus stelt aan de hele kerk een spiritualiteit voor. En het is de eerste apostolische brief waarin de paus niet vertrekt vanuit de theologie. Hij is in dit document vertrokken vanuit de spiritualiteit, en weten jullie waarom? Omdat een spiritualiteit geleefd kan worden, het is een levenservaring, geen theologische reflectie. Die komt daarna wel. Het gaat om een ervaring van leven. En in deze brief, die jullie echt zouden moeten lezen en moeten nemen als programma, geeft de paus een nieuw perspectief in de christelijke spiritualiteit. Ja, zeg je dan, maar het christendom bestaat al 2000 jaar. Maar de lezing die de paus geeft van dit 2000 jaar oude christendom is nieuw en past binnen de tekenen van de tijd. Hij stelt een christelijke spiritualiteit voor met twee dimensies. Niet meer alleen mijn persoonlijke verhouding met God binnen onszelf, maar een spiritualiteit tussen twee vuren:

  1. De gerichtheid op de eenheid met God in onszelf;
  2. De ervaring van God die aanwezig is in de gemeenschap, door de verwezenlijking van de woorden van Jezus “Waar twee of meer in mijn Naam verenigd zijn, daar ben Ik in hun midden” (Mt 18,20).

2.1 Gericht op de eenheid met God in onszelf (de heiligheid)

De gezinsspiritualiteit is dus een spiritualiteit tussen twee vuren. Ten eerste moeten we gericht zijn op het beleven van een voortdurende relatie met God in ons, gericht zijn op de heiligheid. Volgens mij moeten we als christenen de moed hebben een gewetensonderzoek te doen: wie van ons spreekt in zijn pastorale programma’s, in gezin en parochie hierover, wie stelt op de eerste plaats en als eerste punt de heiligheid voor? De paus zegt dat pastorale programma’s niet gebaseerd kunnen zijn op wat iemand eventueel kan, maar moeten vertrekken vanuit de hoge maatstaf van het originele plan: het gewone dagelijkse leven geleefd in de liefde. De paus zegt, en dat is heel sterk, dat het een tegenspraak is om onszelf tevreden te stellen met een middelmatig leven. Het is noodzakelijk te vertrekken vanuit een evangelische radicaliteit: wees volmaakt zoals mijn hemelse Vader volmaakt is. Deze heiligheid is niet verbonden met een bepaalde levensstaat, maar geldt voor iedereen. In de omstandigheden van het gewone dagelijkse leven. Wanneer de kerk er niet in slaagt te zijn wat zij moet zijn, dan is dit volgens mij de oorzaak. Ze heeft zich verlaagd, omdat gedacht wordt dat heiligheid iets is dat veel te moeilijk is en te hoog gegrepen. En dus stelt men zich tevreden met wat ‘haalbaar’ is. Voor een christen is dat een mislukking. Weten jullie wat het betekent ‘heilig’ te zijn? Dat betekent: Jezus zijn. Op de dag van ons doopsel hebben we deze roeping ontvangen: Jezus te zijn. En let goed op, ik zeg niet: Jezus nabootsen. Nee, als jullie mij naderhand vragen hierover stellen zal ik zeggen: er is een verschil tussen nabootsen en zijn. De christenen moeten Jezus zijn, ze hebben de genade hiervoor ontvangen.

2.2. Een spiritualiteit van gemeenschap

En dan het andere vuur. De paus stelt een gemeenschapsspiritualiteit voor. Dit is het eerste officiële document waarin de kerk via de paus aan de christenen een spiritualiteit van gemeenschap verkondigt. Dit is de allereerste keer. En het hoort tot het wezen van het christen zijn. Karl Rahner zei ooit: “We hebben het christendom omgevormd tot een individuele spiritualiteit”. De paus zegt het volgende: “Hier wordt het mogelijk de ervaring op te doen van het Tweede Vaticaans Concilie, van de kerk als gemeenschap”. Maar hoe doe je dat, kerk als gemeenschap zijn als we geen gemeenschapsspiritualiteit hebben? Naar het beeld van de Drieëenheid. En wat zijn de kenmerken van deze spiritualiteit van gemeenschap? De paus zegt: beste broeders en zusters, ons pastorale programma zal haar inspiratie moeten zoeken in het nieuwe gebod van Jezus: “Bemint elkaar zoals Ik jullie heb bemind”. De woorden van de Heer zijn te duidelijk en helder om ze in hun belang te kunnen reduceren. De kerk kan misschien heel veel dingen doen op haar weg, maar wanneer de liefde ontbreekt, zal alles nutteloos zijn. We gaan waarschijnlijk al te zeer van de veronderstelling uit dat het zo wel goed zal zijn. Maar de liefde kun je niet als zeker veronderstellen. Denk aan de woorden van de apostel Paulus: vóór alles, vóórdat we gaan bidden, vóórdat we gaan werken, vóórdat we een gezinsbijeenkomst gaan houden. Zelfs al zou ik het geloof hebben, als ik de liefde niet heb, is dit alles niets waard. De paus specificeert wat het betekent de wederzijdse liefde te beleven, de capaciteit om de broeders en zusters in Christus te kunnen ervaren als mensen die tot ons behoren. Hoe vaak wordt tussen man en vrouw niet ruzie gemaakt en wordt de ander negatief uitgelegd. Maar als de ander tot mij behoort, dan moet ik zeggen: als de vinger van pater Amedeo pijn doet, dan heb ik zelf pijn. En als de ander het niet goed maakt, dan kan ik zeggen “ik maak het niet goed”. Want de ander hoort bij mij. En dan moeten we ook het positieve van de ander zien.  Hoe vaak zien we alleen maar de negatieve kanten van de ander, halen we die naar voren, en wordt zo een relatie kapot gemaakt. Het positieve zien, onderstrepen en teruggeven, dat is waar het om gaat. Het hoogtepunt van de spiritualiteit van gemeenschap is: de kunst van het beminnen te leren. Het is niet mogelijk dit over te laten aan onze natuur, aan onze spontaniteit of onze sentimenten. We hebben gezien wat de roeping van de huwelijksliefde vereist. Hoe doet iemand dat, als hij het nooit heeft geleerd? Dus moeten we de kunst van het beminnen al leren tijdens de verlovingstijd.

Het geven van onszelf vereist ook het ontvangen van de ander. Ik leg het uit met een voorbeeld. Als ik een volle fles heb met goede Italiaanse wijn, en ik wil die overgieten in een andere fles, wat heb ik dan nodig? Het enige wat ik nodig heb is: een lege fles. En weten jullie waarom? Als die andere fles vol zou zijn, dan kan ik er niets meer ingieten, dan stroomt alles over. En zo gebeurt het ook vaak met man en vrouw in een huwelijk. Het zijn twee volle flessen. En ieder van die twee blijft vol. Alles wat we tegen elkaar zeggen blijft allemaal aan de buitenzijde wegstromen. Daarom is er geen onderling begrip. Want die twee volle flessen met elkaar laten communiceren, dat vereist dat we onszelf leegmaken. En weet je hoe je dat doet, een fles leegmaken? Door hem om te keren. En dat is niet eenvoudig. Maar het is de ware liefde. Om de smaak van de ander te proeven. Want man en vrouw zijn twee compleet verschillende wezens. Hoe kun je de verschillen van de ander accepteren? Alleen door de oefening van het wederzijds leegmaken. Aan het einde van een gezinsbijeenkomst zei een man ooit tegen mij: ik ga nu naar huis om een lege fles te kopen en die altijd voor me neer te zetten, zodat ik nooit vergeet wat je tegen me hebt gezegd. Want dit is ontzettend belangrijk in het huwelijk.

Na twee of drie jaar huwelijk heb ik veel echtparen gehoord die zeggen: in hoeverre moet ik mijn eigen vrijheid loslaten en in hoeverre moet ik mezelf wegcijferen uit liefde? Want men denkt dat er in een huwelijk geen vrijheid meer is. Omdat men niet ontdekt heeft, dat in de wederzijdse liefde ieder zichzelf nog meer realiseert. Dit komt door de paradoxale wet dat hoe meer we onszelf verkleinen, hoe groter we groeien. Het is een hele opgave om een gave te leren zijn en om een gave te leren ontvangen. Dat is de geconcentreerde werkelijkheid van de spiritualiteit van gemeenschap. Kunnen we deze geconcentreerde werkelijkheid doorgeven aan de gezinnen? Ja, dat kan, onder drie voorwaarden:

  1. Dat we het geheim van de liefde ontdekken;
  2. Dat we terugkeren naar de bron van de liefde;
  3. Dat we andere gezinnen vinden met wie we die weg samen kunnen afleggen.

2.2a. Het geheim van de liefde

Vanuit de ervaring van heel veel gezinnen kunnen we zien dat het een genade is het geheim te ontdekken dat verborgen is in de liefde. In de liefde ligt een paradoxale wet opgesloten, twee werkelijkheden die met elkaar in tegenspraak lijken te zijn. Beminnen wil zeggen: geven. En geven wil zeggen: verliezen. Als ik een gave heb en ik geef die weg, dan heb ik de gave niet meer. Als ik hem nog heb, dan betekent het dat ik hem niet gegeven heb. Maar naarmate je meer liefde geeft en daarin opgaat, groeit de liefde des te meer. Dat is de paradoxale wet van de liefde. En er is één persoon die dit heeft beleefd, en dat is Jezus aan het kruis. Wanneer Jezus aan het kruis uitroept “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?”, neemt Hij daarmee al het lijden van de wereld op zich, van het verleden, het heden en de toekomst. En iedereen kan dus zeggen: ook mijn lijden is daar bij Hem. Maar juist op het moment dat Hij sterft, heeft niemand een grotere Liefde dan Hij. Het is de liefde die roept: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?”.

De grootste ontdekking die ik heb mogen doen in mijn leven, is het moment dat dit aan mij werd gezegd. Want voor mij waren liefde en lijden twee dingen die totaal gescheiden waren. Ik zocht de liefde en de vreugde, maar het lijden wierp ik van mij af omdat het lelijk is, pijn doet, niet mooi is. Maar toen mij deze werkelijkheid werd gegeven dat in Jezus Christus liefde en lijden één en hetzelfde zijn, toen was dat de meest revolutionaire ontdekking in mijn leven. Er is geen enkel leven zonder liefde en zonder lijden. Een leven zonder lijden is als een leven van karton, niet echt. Hoe kunnen we leven als echtpaar en als gezin, met alle moeilijkheden, alle situaties, alle onvoorziene dingen, alle lijden en tragedies en verraad, zonder dit geheim? Voor mij is dat onmogelijk. En zijn al die dingen die we zojuist genoemd hebben, geen aangezichten van Jezus aan het kruis: Jezus beleeft de benauwenis, het verraad, een onrechtvaardig proces, vernedering en veroordeling, Hij is de mislukte en de afgewezene. Wanneer we kijken naar Hem, dan hebben we de kracht en de moed om ‘ja’ te zeggen tegen de liefde die verborgen gaat onder dit lijden. Want ieder lijden dat komt, omvat een waarom van liefde. En het is alleen de liefde die erin slaagt om het lijden in liefde te laten veranderen zoals Jezus. Jezus is verrezen, dood werd leven, het negatieve werd positief. Het lijden werd liefde. En dit is de christelijke ervaring die aan de anderen de mogelijkheid geeft te ontdekken wat het echte christendom is.

2.2b. De bron van de liefde

Ik weet niet of jullie ooit een bergtocht hebben gemaakt. Jullie weten, als je in de bergen bent geweest, hoe belangrijk het is om dan ergens een frisse bron te vinden. Een beetje fris water dat je nieuwe kracht geeft. Waar is de bron van de liefde te vinden? Misschien hebben we die gezocht buiten onszelf, in de kerk, op andere plaatsen. Maar waar is de bron? De bron is in onszelf, binnenin ons hart. En het is daar waar we heen moeten gaan. God is onze bron. God is niet ver van ons weg. Hij is niet buiten ons, Hij woont in ons. En wie gelooft in de aanwezigheid van God, die weet: “Waar twee of meer in Mijn Naam verenigd zijn, daar ben Ik in hun midden”. Daar is de bron.

2.2c. Andere gezinnen met wie we samen die weg kunnen afleggen

En dan tot slot. Volgens mij is het vandaag de dag niet mogelijk om het hoofd te bieden aan de problematiek van de gezinnen, als we ieder op onszelf blijven staan. Een gezin opbouwen vandaag de dag is veel moeilijker dan vroeger. Er moet iemand zijn die een huis heeft, werk, een bepaald salaris, dat alles kun je vinden. Maar wie helpt je om een reëel leven van liefde met elkaar op te bouwen? Daarom zei ik daarstraks dat ik zoveel bewondering heb voor jullie, want iemand vinden die andere echtparen hierin helpt, dat is heel belangrijk. Andere gezinnen vinden, met wie de weg gezamenlijk kan worden afgelegd, om elkaar samen te helpen de roeping te ontdekken tot de liefde, getuigen te zijn van de liefde, bronnen te zijn van liefde voor de ander, zodat het gezin weer kan zijn zoals in het begin. Wat God verbonden heeft, dat mag de mens niet scheiden.

Gezamenlijke dialoog

3. Een concreet programma

De vraag werd gesteld of we een concreet programma kunnen aanbieden. Een programma om de gezinnen te vormen, vooral de nieuwe generaties, om de roeping tot het huwelijk te beleven. Ik wil drie punten noemen:

  1. De kunst van het beminnen leren. Dat wil zeggen: iedereen liefhebben, als eerste liefhebben, zich één maken, tot aan de wederzijdse liefde toe.
  2. Het geheim van de liefde openbaren. Want anders kunnen we de ware liefde niet beleven. De wederzijdsheid van de liefde, dat is het nieuwe van het christendom. Ik heb drie maanden lang samengewoond met een boeddhistische monnik uit Thailand. Toen ik vertelde dat wij kerken hebben opgebouwd om God te kunnen ontmoeten, zei hij: ook wij hebben pagodes opgericht om contact te hebben met Boeddha. En toen ik zei dat wij katholieken universiteiten hebben opgericht om de principes van het christendom te onderwijzen, zei hij: ook wij hebben universiteiten opgericht. En toen ik zei dat wij werken van barmhartigheid doen, zei hij: wij ook; buiten de pagodes zijn er huizen voor de kinderen, de weduwen en de wezen, en dat deden ze al ver vóór Christus. Aan het einde zei ik: “Maar dan ben jij dus een christen”. En hij zei: “Nee jullie zijn dus boeddhisten, want al deze dingen waren er al vóór Christus”.  Het nieuwe van het christendom is de wederzijdsheid van de liefde, die eerst niet bestond. Ofwel vertrekken we als christenen vanuit dit nieuwe, of anders kan de wereld niet geloven wat christenen zijn. Want de anderen doen dan precies hetzelfde. Dus de wederzijdsheid van de liefde beleven, dat is het nieuwe van het christendom, en dat moeten we onderwijzen.
  3. De gezinnen bijbrengen om alle aspecten van het leven te beleven vanuit de liefde. De gemeenschap van goederen als vrucht van de liefde. De christelijke liefde is geen abstracte, spirituele liefde. Als het waar is dat we elkaar wederzijds liefhebben, dan moeten we onze portemonnee trekken en die in de gemeenschap brengen, want anders is de wederzijdse liefde niet waar. De eerste christenen brachten hun goederen in gemeenschap, en dat was concreet, dat was te zien. En daarom geloofden ze. De heidenen zeiden: “Zie hoe ze elkaar beminnen en bereid zijn om voor elkaar te sterven”. En ze bekeerden zich. Er waren toen geen kerken en geen universiteiten, alléén de wederzijdse liefde. Dus de aspecten van het leven van het gezin, de economie, de relatie met de maatschappij, met de andere gezinnen, die moeten voortkomen uit de liefde en niet uit eigenbelang. De relatie met God moet ontstaan uit de liefde. Niet om ons geweten gerust te stellen. Onze voeding, onze gezondheid, onze ziekte, alles moet vertrekken vanuit de liefde. Onze studie, ons beroep, ons werk moeten we leven in het licht van de liefde, vanuit de christelijke liefde. Het doorgeven van berichten, de pers, artikelen, de communicatie binnen een gemeenschap, leven als een lichaam. Wanneer een echtpaar er niet in slaagt als één lichaam te leven, hoe kan het dan één vlees zijn? Weten jullie hoe een lichaam leeft? De cellen van het lichaam geven alles wat ze hebben aan elkaar door. Als ze dat niet laten circuleren, ontstaat er kanker. Dat is niet alleen de dood van die ene cel, maar de dood van het hele lichaam. In een lichaam is de hand niet aan het werk voor zichzelf, het oog kijkt niet voor zichzelf, de mond eet niet voor zichzelf, maar voor het welzijn van het hele lichaam. Als een lichaam te leven, dat is een bekering in alle concrete houdingen van ons leven. Want we werken voor elkaar, en dan is er geen kritiek, geen veroordeling, geen oordeel, maar we helpen elkaar om als lichaam te leven. En aan de jonge echtparen moeten jullie leren: de vreugde om het huwelijk te leven. Niet “ik ben uiteindelijk maar getrouwd, ik moet dit kruis dragen voor heel mijn leven”. Dat is geen christelijk getuigenis, maar een heidense gedachte. Een christen kan dit zo niet zeggen, als hij ontdekt heeft wie Christus aan het kruis is, die lijden in liefde verandert, die ons leert om als verrezene te leven. Anders geven we een christelijke liefde door die verwaterd is, en die de jongeren van vandaag absoluut niet meer accepteren. Ze hebben een echte, complete liefde nodig, die de persoon in zichzelf één maakt, die het echtpaar één maakt en de maatschappij één maakt. Want wat het gezin beleeft, kan het doorgeven aan de maatschappij. Het is niet aan de maatschappij om aan de gezinnen te zeggen hoe ze moeten leven, maar het is aan de gezinnen om de maatschappij te zeggen hoe ze moet leven. Wij moeten deze gang van zaken omdraaien, maar om dat te kunnen doen,  moeten we eerst ‘zijn’.

Nieuwkuijk,
8 september 2007