Zegen dit kindMet onze dochter is het nog niet goed… Tja, dan ben je ingehuurd om hier gezellige columns te schrijven over je gezinsleven, maar het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Met onze dochter is het nog niet goed… Tja, dan ben je ingehuurd om hier gezellige columns te schrijven over je gezinsleven, maar het is niet altijd rozengeur en maneschijn.

Omwille van de privacy van het kind in kwestie kan ik hier geen medisch relaas schrijven over wat er aan de hand is. Conclusie is dat het elk denkbare kant op kan gaan: van een serieus gezondheidsprobleem dat ze haar leven lang blijft meedragen tot een lastige periode die voorbijgaat en nooit meer terugkomt. En alles wat daar tussenin zit.

Zegen dit kindEen crisis in je leven is ook een crisis in je geloof. Net als ik het allemaal niet meer zie zitten en me afvraag waarom de Hemel onze smeekbeden niet hoort, zegt het kind zelf: “O, maar mama, God is er wel bij hoor! Ik was vandaag zo beroerd, maar ik voelde me echt gedragen door Jezus….”

Ook zit er continu een irritant duveltje in m’n oor te lispelen: “Je kunt wel bidden om genezing hoor, maar je gelooft toch zeker zelf niet dat dat gaat gebeuren?” Omdat ik zwaar genoeg kreeg van dat ge-emmer in m’n oor besloot ik gewoon weesgegroetjes te gaan bidden en tot mijn eigen verbazing veranderde het ongeloof in vreugde. Dáárom is bidden nodig: omdat we zonder gebed helemaal geen geloof hebben. Stelletje losers dat we zijn uit onszelf.

We zijn nog wel het meest geroerd door de liefde van zoveel mensen om ons heen die met ons meebidden en zelfs meedenken over oplossingen. Dat geeft heel veel moed en kracht. Op een bisdombijeenkomst schiet een mevrouw mij aan en vertelt dat een van haar kinderen min of meer hetzelfde had en er weer overheen is gekomen met hulp van een heel goede osteopaat. Ze geeft me gelijk zijn naam. Vrienden met een medische achtergrond vragen collega’s om advies. Ook biedt een bevriende priester aan om bij ons thuis te komen om voor het kind in kwestie te bidden en haar te zegenen.

Het lijden heeft ook andere effecten. Ik ga niet zeggen dat het een zegen is, want ik loop ook geregeld met een verdrietig gezicht door het huis. Toch heeft het ook postieve bijwerkingen. Ineens besluit een zusje dat ze gaat doen wat ze kan. Ze begint uit zichzelf de keuken en de kamer op te ruimen en vraagt: “mama, kan ik nog wat voor je doen?” Met het kind zelf is de band ook intenser geworden. We delen het verdriet: zij de pijn en beroerdheid, ik de knoop in m’n maag en de zorgen. We knuffelen meer en bidden samen nog harstochtelijker dan we ooit gedaan hebben.

Andries Knevel zei over zijn ziekte in De Telegraaf van afgelopen zaterdag: “Ik wist me geborgen in de handen van God, het geloof droeg me.” Daar hoop ik ook op, welke storm er ook nog over ons heenraast.

Brechje