Boos kindBehalve het feit dat ik op een dag doodga – en hopelijk snel in de hemel kom – is er nog één ding zeker in mijn leven: dat Denise van vier géén moordkuil maakt van haar hartje. In elk geval niet voor mij.

Behalve het feit dat ik op een dag doodga – en hopelijk snel in de hemel kom – is er nog één ding zeker in mijn leven: dat Denise van vier géén moordkuil maakt van haar hartje. In elk geval niet voor mij.

Boos kindVooral 's ochtends als we snel moeten aankleden, ontbijten en naar school sjezen, is mevrouw op z'n zachtst gezegd niet te pruimen. Het feest begint als ik haar uit bed haal: “Jij maakt mijn warme bedje kapot!”, roept ze boos. Meteen gooi ik haar grote idool in de strijd: “Juf Désirée staat al op jou te wachten in het klaslokaal hoor!”, zeg ik snel. Maar Denise wil helemaal niet naar school, zij wil lekker in haar nestje blijven liggen. Toen ze een maandje geleden flink aan het snotteren was, heb ik eens gezegd: “Vooruit, jij mag thuisblijven vandaag, maar dan moet je zo wel meekomen om Cecile en Chiara naar school te brengen.” Dat heb ik geweten. We moesten natuurlijk tóch even bij de juf melden dat Denise niet kwam en toen ze daar in haar lokaal stond – met ongekamde haartjes, zonder ontbijt achter de kiezen en zonder pauzetasje – wilde ze natuurlijk blijven. Of mama even vijf kilometer terug wilde rijden naar huis om borstels, haarspeldjes, hapjes, drankjes en tasjes te gaan halen. Dus allerlei aandoenlijke mededelingen zoals: “Ik wil zóóóóó graag bij jou blijven vandaag!” – daar trapt deze moeder niet meer in.

Bij het aankleden bibbert ze als een rietje op een stoeltje en dus trek ik haar snel de kleertjes aan. Net als ik denk dat ze weer wat vrolijker wordt, vraagt ze: “Waar is papa?” En dan barst de bom. Want papa is natuurlijk gewoon naar z'n werk. En dat terwijl Denise nú haar vader wil. Dat kan natuurlijk niet en da's reden genoeg om heel hard te gaan huilen. Ik heb hem weleens acuut gebeld: “Er wordt hier om je geschreeuwd”, maar dat heeft geen zin. Een papa aan de telefoon is níet hetzelfde als een vader van vlees en bloed die voor je neus staat. Zucht.

En zo modderen we door totdat we de school naderen. Van lieverlee klaart het humeurtje op. Blij stapt ze het lokaal binnen om met een grote stralende lach voor juf Désirée te gaan staan.

Tijdens de ouderavond is de juf positief over Denise. Heel voorzichtig informeer ik of mijn dochter wel eens boos is op school. “Boos? Nog nooit!”, zegt juf Désirée stellig. En dus vertel ik over de ochtendworsteling die mij dagelijks te beurt valt. “Dan voelt ze zich bij jou zó veilig dat ze helemaal zichzelf durft te zijn!”, feliciteert ze me bijna. Nou, vooruit dan maar. Daar doen we het voor…